Bosch lézeres távolságmérő GLM 100 C Professional Kézikönyv

PDF Kézikönyvek
367 Oldalak Angol

Bosch lézeres távolságmérő GLM 100 C Professional
Nederlands | 87
Bosch Power Tools 2 609 141 026 | (1.7.13)
Muuroppervlaktemeting (zie afbeelding F)
De muuroppervlaktemeting dient voor het bepalen van de
som van een aantal oppervlakten met een gemeenschappelij-
ke hoogte.
In het afgebeelde voorbeeld moet de totale oppervlakte wor-
den bepaald van een aantal muren met dezelfde hoogte A,
maar van verschillende lengte B.
Druk voor muuroppervlaktemetingen meermaals op de toets
functiewisseling 8 totdat in het display de indicatie voor
muuroppervlaktemeting verschijnt.
Meet net als bij een lengtemeting de hoogte A van de ruimte.
De meetwaarde („cst”) wordt in de bovenste meetwaardere-
gel a weergegeven. De laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
1
van de eer-
ste muur. De oppervlakte wordt automa-
tisch berekend en in de resultaatregel c
weergegeven. De lengtemeetwaarde
staat in de middelste meetwaarderegel a.
De laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
2
van de
tweede muur. De in de middelste meet-
waarderegel a weergegeven afzonderlijke
meetwaarde wordt bij de lengte B
1
opge-
teld. Het totaal van de beide lengten
(„sum”, weergegeven in de onderste
meetwaarderegel a) wordt met de opge-
slagen hoogte A vermenigvuldigd. De totale oppervlaktewaar-
de wordt in de resultaatregel c weergegeven.
U kunt een willekeurig aantal lengten B
X
meten. Deze worden
opgeteld en met de hoogte A vermenigvuldigd.
Voorwaarde voor een correcte oppervlakteberekening is dat
de eerste gemeten lengte (in het voorbeeld de hoogte van de
ruimte A) voor alle deeloppervlakten identiek is.
Hellingmeting (zie afbeelding G)
Druk op de toets hellingmeting 3. In het display verschijnt de
indicatie voor de hellingmeting . Als referentievlak dient
de achterzijde van het meetgereedschap. Door nogmaals in-
drukken van de toets hellingmeting 3 worden de zijvlakken
van het meetgereedschap als referentievlak gebruikt en
wordt het displayaanzicht 90° gedraaid weergegeven.
Druk op de toets meten 2 om de meetwaarde vast te zetten en
in het meetwaardegeheugen over te nemen. Door nogmaals
indrukken van de toets meten 2 wordt de meting voortgezet.
Als de indicatie tijdens de meting knippert, wordt het meetge-
reedschap te sterk zijwaarts gekanteld.
Als u in de basisinstellingen de functie „digitale libel” heeft in-
geschakeld, wordt de hellingwaarde ook in de andere meet-
functies in regel d van het display 1 weergegeven.
Timerfunctie
De timerfunctie helpt bijv. wanneer bewegingen van het
meetgereedschap tijdens de meting verhinderd moeten wor-
den.
Houd voor de timerfunctie de toets 6 ingedrukt totdat in het
display de indicatie verschijnt.
In de meetwaarderegel a wordt de tijdspanne vanaf het acti-
veren tot aan de meting weergegeven. De tijdspanne kan door
het indrukken van de plustoets 11 of de mintoets 5 tussen 1
en 60 seconden worden ingesteld.
De meting vindt automatisch plaats na het
verstrijken van de ingestelde tijdspanne.
De timerfunctie kan ook bij afstandmetin-
gen binnen andere meetfuncties (bijv. op-
pervlaktemeting) worden gebruikt. Op-
telling en aftrekking van meetresultaten
en duurmeting zijn niet mogelijk.
Lijst van de laatste meetwaarden
Het meetgereedschap slaat de laatste 50 meetwaarden en de
berekeningen ervan op en geeft ze in omgekeerde volgorde
(de laatste meetwaarde eerst) weer.
Druk voor het opvragen van de opgesla-
gen metingen op de toets 7. In het display
verschijnt het resultaat van de laatste me-
ting, naast de indicator voor de meet-
waardenlijst e en de geheugenplaats voor
de nummering van de weergegeven me-
tingen.
Als bij het opnieuw indrukken van de toets 7 geen andere me-
tingen zijn opgeslagen, keert het meetgereedschap terug
naar de laatste meetfunctie. Als u de meetwaardenlijst wilt
verlaten, drukt u een van de toetsen voor meetfuncties in.
Als u de weergegeven lengtemeetwaarde als constante wilt
opslaan, houdt u de toets meetwaardenlijst 7 ingedrukt tot-
dat in het display „CST” wordt weergegeven. Een meetwaar-
devermelding kan niet achteraf als constante worden opge-
slagen.
Als u een lengtemeetwaarde wilt gebruiken in een meetfunc-
tie (bijv. oppervlaktemeting), drukt u op de toets meetwaar-
denlijst 7, kiest u de gewenste vermelding en drukt u ter be-
vestiging op de toets resultaat 6.
Meetwaarden verwijderen
Door het kort indrukken van de toets 4 kunt u in alle meetfunc-
ties de laatst bepaalde individuele meetwaarde wissen. Door
het meermaals kort indrukken van de toets worden de indivi-
duele meetwaarden in omgekeerde volgorde gewist.
Als u de weergegeven meetwaardevermelding uit de lijst wilt
verwijderen, drukt u kort op de toets 4. Als u de hele meet-
waardenlijst en de constante „CST” wilt verwijderen, houdt u
de toets meetwaardenlijst 7 ingedrukt en drukt u tegelijkertijd
kort op de toets 4.
In de functie muuroppervlaktemeting wordt bij het eerste kort
indrukken van de toets 4 de laatste individuele meetwaarde
gewist, bij het tweede indrukken alle lengtes B
X
, bij het derde
indrukken de ruimtehoogte A.
Meetwaarden optellen
Als u meetwaarden wilt optellen, voert u eerst een willekeuri-
ge meting uit of kiest u een vermelding uit de meetwaarden-
lijst. Druk vervolgens op de plustoets 11. In het display ver-
schijnt ter bevestiging „+”. Voer vervolgens een tweede
meting uit of kies nog een vermelding uit de meetwaardenlijst.
OBJ_BUCH-1956-002.book Page 87 Monday, July 1, 2013 11:28 AM
Kapcsolódó Kézikönyvek a Bosch lézeres távolságmérő GLM 100 C Professional